Bekijk ook het fotoboek van onze Alpen-reis | ||
Alpen 2016
door Raf
|
|
|
|
|
Fietsdag 5: de koninginnenrit
Vandaag vroeg uit de veren want sommigen onder ons hebben een lange dag voor de boeg. De koninginnenrit van deze reis staat immers op het programma. De bedoeling is om vanuit Saint-Jean naar de Col du Télégraphe te rijden, dan verder over de Col du Galibier om dan af te dalen naar het Lac du Chambon. Daar zouden we dan via Mizoën naar de Col de Sarenne willen klimmen om dan via Alpe d’Huez en Villard-Reculas af te dalen naar het Lac du Verney om tenslotte van daaruit langs de Col du Glandon terug naar Saint-Jean te rijden. Mensen die de streek wat kennen, weten dat dit vergelijkbaar is met de Marmotte. We nemen wel de Col de Sarenne in plaats van Alpe d’Huez. Er bestaat ook de kans om een lightversie van de koninginnenrit te rijden en dan neem je niet de Col de Sarenne, maar rijdt je via de D211A naar Bourg d’Oisans (of nog lichter, gewoon langs de D1091), om dan langs de vallei naar de voet van de Glandon te rijden. Maar dat is een keuze voor straks. De Johnny vertrekt al wat vroeger dan de rest want hij neemt de trein van halfacht naar Saint-Michel om zo met voorsprong en met minder kilometers in de benen aan de Télégraphe te kunnen beginnen. Na het vroege ontbijt zit iedereen netjes op tijd klaar op zijn fiets om halfacht. Ik neem onze groep op sleeptouw en gids hen in de richting van de D1056 richting Saint-Michel. Het is een drukke baan, maar gelukkig moeten we ze niet zo ver volgen. Johan vindt (als enige) mijn aanvangstempo blijkbaar niet snel genoeg en neemt resoluut de kop over en verhoogt het tempo. Aan de voet van de Col du Télégraphe wordt er een sanitaire stop ingelast en dan zetten we aan. Vrijwel meteen is het ieder voor zich. Lokaas voor onze snelste klimmers is natuurlijk de Johnny die al een tijdje aan het klimmen zou moeten zijn. Achteraf blijkt dat hij de laatste kilometers ongeveer elke kilometer iemand zag voorbijkomen. Ik rij ergens halfweg de groep en kan een mooi tempo vinden op deze heel regelmatige beklimming. Het is een rustige beklimming maar weer niet echt mooi want je hebt nergens uitzichten. Een tweetal kilometer voor de top komt de Johnny in zicht en met nog een 500 meter te rijden kom ik bij hem. We rijden samen over de top. Na een tijdje zijn we allemaal samen op de Télégraphe en kunnen we een mooie groepsfoto maken. Voor we verder rijden, spreken we duidelijk af wie er zinnens is om verder te rijden langs de andere kant van de Galibier zodat we weten op wie we moeten wachten en op wie niet. Uiteindelijk zijn we met 5 man die voor een of andere versie van de lange rit gaan: Johan, Jokke, Warre, Pit en ik. We dalen de Télégraphe af en in Valloire zijn er een paar die stoppen om drank bij te tanken. Jokke, Johan en ik zijn nog goed voorzien en beslissen om al te beginnen aan de Col du Galibier. Voor de Jokke is het de eerste keer Johan en ik beklommen de Galibier al in 2003. We rijden rustig samen tot aan Plan Lachat en nemen wat foto’s van mekaar. Als we na Plan Lachat scherp rechtsom draaien, kunnen we een heel eind achteruitkijken en zien dat de Warre op komst is. Achter hem is er de grote leegte. De rest heeft blijkbaar zijn tijd genomen in Valloire. Nu begint het serieuze werk en komt ook het mooiste stuk van de Galibier. Ik laat meteen de Jokke en Johan rijden want op dit steilere stuk wil ik me zeker niet forceren op mijn iets te grote versnelling. Plots zie ik rechts van mij enkele vale gieren voorbij zweven. Prachtig! (Blijkbaar zijn er sinds een aantal jaren terug vale gieren aanwezig in dit deel van de Alpen). Iets later passeert de Warre me en ik doe geen moeite om aan te pikken, hij rijdt veel te snel voor mij en de rit is nog veel te lang om nu al te forceren. Na een tijdje kom ik aan de laatste steile kilometer en ook die overleef ik heel vlot. De benen voelen goed. Boven staan de Jokke en Johan te wachten, de Warre is al afgedaald naar de Lautaret omdat hij het boven te koud vond. Na een tijdje komen een voor een de andere Nissorappers boven. Als de Pit ook boven is, beslissen we om niet te wachten op de laatste klimmers maar al verder af te dalen want we moeten nog ver. De overige 5 Nissorappers, wachten mekaar boven op en rijden dan samen terug naar Valloire om daar te gaan eten. Nadien rijden ze terug over de Télégraphe naar Saint-Michel om dan samen gezellig met de trein naar Saint-Jean te sporen. Wij dalen de Galibier echter af in de andere richting en stoppen even bij de Warre die zich daar op een terras geplaceerd heeft en net een pannenkoek besteld heeft. We spreken af dat wij al verder dalen tot in La Grave om daar een restaurantje te zoeken voor het middagmaal. De Pit vindt een restaurantje met een gezellig terras met uitzicht op de mooie gletsjer van La Meije. De meesten eten een lasagne maar alleen Johan en ik vinden die blijkbaar wat klein om voor de rest van de dag toe te komen en eten nog een heerlijk stuk bosbessentaart. Nu is het echter tijd om nagels met koppen te slaan. Wie gaat welke versie van de koninginnenrit rijden. Ik verbaas mijn compagnons door meteen te zeggen dat ik voor de full monty ga in tegenstelling tot wat ik gisteren bij hoog en bij laag beweerd had ("Ik voel mijn benen, ik rij morgen zeker de Sarenne niet op!!!"). En ik moet daarbij ook eerlijk toegeven dat ik door mijn statement hoopte om genoeg volk mee over de Galibier te krijgen maar dat ik stiekem wel zinnens was (als de benen niet te slecht zouden voelen op de Galibier) om toch de Sarenne te beklimmen. Niet helemaal netjes van mij, ik weet het ... Van de andere kant ken ik natuurlijk mijn gezellen. De Warre blaakt van vertrouwen en is in forme, hij zou sowieso de volle afstand rijden; Johan heeft ook goede benen en zou niet onder willen doen; de Jokke als jongste van de hoop en een beregoede klimmer onderschat zichzelf steeds maar zou zeker ook meerijden en de Pit, tja die klimt dit jaar beter dan mij en zou absoluut niet willen onderdoen voor mij. Dus ... met 5 voor de full monty!!! Yes!!! We hebben dan natuurlijk geen tijd meer te verliezen en fietsen maar snel verder. Na een heel eind afdalen komen we bij het Lac du Chambon, door problemen met een grondverzakking en een ingestorte tunnel moet het verkeer nu langs een klein baantje aan de andere kant van het meer rijden. Aan het eind van het meer steken we de stuwdam over en dan is het bruusk gedaan met de pret. De Col de Sarenne begint immers met een heel steile kilometer tot in Mizoën. Met percentage van 11% is dit voor mij te steil en laat ik de anderen meteen rijden. Ik zal ze straks op de top wel terugzien. Ik ken de weg. Na Mizoën is er echter een korte afdaling en daar wachten ze mij even op. Fijn maar hun gezelschap zou van korte duur zijn want de Sarenne is een steile klim en daar kan/wil ik hen niet volgen. Ik klim op mijn eentje in alle rust verder. Een paar kilometer van de top is het echter gedaan met de rust want de Warre heeft haltgehouden om iedereen te fotograferen op de klim en aangezien ik de laatste ben, rijdt hij samen met mij verder. Terwijl ik moeite doe om op de 10% en meer stukken mijn ritme te houden, fladdert hij naast mij naar boven amper zijn benen voelend. Ik zie dat niet alleen, hij vertelt het mij ook nog met zin voor detail: "Oei is dat 10% hier? Dat zou ik niet zeggen, ik voel mijn benen niet!". Het maakt mijn klim nog vermoeiender ... Gelukkig komen er op een paar honderd meter van de top enkele fietsers in het vizier en die wil de Warre nog wel even oprapen. Oef! Nee, dit was mijn klim niet. Ik ben niet echt moe of kapot maar kan de steile kilometers niet goed bolwerken. Volgende keer toch echt aan die 28 denken! Maar niet getreurd, col 3 is overwonnen. Snel een foto van het colplaatje, maar oei, geen colplaatje te bespeuren. Dan nemen we maar een iets minder plaatje als souvenir. We rijden nu verder naar Alpe d’Huez. In 2003 deden we dit weggetje ook al eens in de andere richting en ik dacht dat het toen maar een kort eindje klimmen was. Dat valt nu toch wat tegen, de weg is langer dan verwacht en er zitten nog een paar vervelend knikken in de afdaling. In Ape d’Huez rijden we niet door het centrum maar nemen de weg er rond en komen zo iets achter het skidorp uit op de bekende beklimming. We dalen die af tot in Huez en nemen daar het mooie baantje tot in Villard-Reculas. Omdat iedereen zonder water begint te geraken willen we ergens stoppen om snel een colaatje te drinken en onze bussen te vullen maar we vinden geen enkele open gelegenheid. We stoppen dan maar bij een waterbron om onze bussen te vullen met volgens een gemeentewerker drinkbaar water. Lekker is het niet maar het stilt de dorst. Van Villard dalen we langs een mooie brede baan af tot aan het Lac du Verney en daar beginnen we aan de laatste beklimming, die van de Col du Glandon: als dessert mogen we nog een dikke 20km klimmen met meer dan 1200 meter hoogteverschil. Aan de voet van de klim stop ik even om een laatste reep te eten, een plasje te maken en mijn ondershirt uit te doen want het is nog steeds erg warm. Jokke en Warre stoppen niet en rijden meteen door, Johan en de Pit stoppen ook maar zijn sneller klaar dan ik en vertrekken ook even voor mij. Ik maak me rustig klaar en vertrek voor 20 "eenzame" kilometers. De klim wordt nogal snel vrij steil en ik zoek mijn tempo. Soms zijn er stukken waar je vrij ver vooruit kan kijken en dan zie ik de Pit in de verte rijden. Echt wegrijden van mij doet die precies ook niet echt! Na een tijdje geklommen te hebben komt er plots een bekende Audi van de andere kant aangereden. Onze voorzitter, den Eggie, met twee co-sportdirecteurs, den Hale en de Woens, zijn ons tegemoet gereden. Echt plezant, aangemoedigd worden vanuit een volgwagen. Zjust echt! Ze vragen of ik nog iets nodig heb, maar ik heb nog genoeg water en heb geen zin om iets te eten. Dan rijden zij verder richting Pit en verdwijnen uit het zicht. Als ik in de buurt van Le Rivier d’Allemont kom, vlakt de weg wat af en tot mijn verbazing kan ik makkelijk een paar tanden groter schakelen en wat tempo maken. De benen zijn dus zeker nog niet leeg! Ik kom in het dorpje en wordt enthousiast begroet door ons volgers die het zich daar gemakkelijk gemaakt hebben op een terrasje. Ik heb wel zin om te stoppen, maar natuurlijk doe ik dat niet!!! Door mijn tempoverhoging, merk ik dat ik dichter en dichter bij de Pit kom. Net voor de fameuze afzink en de pokkesteile kilometers daar vlak achter (wel gekend door de mensen die de Glandon al eens opreden), kom ik bij hem. Hij ziet er niet echt fris meer uit. Maar op de steile kilometers (tot 13%) moet ik hem toch terug laten rijden. Na die steile kilometers vlakt het weer wat af. De Glandon is langs deze kant echt een heel onregelmatige klim. Ik verhoog terug mijn tempo en kom even later terug bij de Pit, ik hou mijn tempo aan, maar hij gaat niet mee. In de laatste afdaling naar het Lac de Grand Maison, maak ik tempo op mijn buitenblad en zie de Pit achter mij rustig naar beneden bollen. Ik besluit de laatste kilometers eindelijk eens vol te gaan en kan een behoorlijk tempo aanhouden. Moe maar erg voldaan kom ik even later dan ook op de top aan, waar de Warre, de Jokke en Johan al staan te wachten samen met onze ploegdirecteurs. Nu neem ik met plezier een blikje cola aan. Het is nu nog even wachten op de Pit om dan met trots een nieuwe foto te laten maken aan het colplaatje van de Glandon. Dan is het de hoogste tijd om de afdaling te starten. Ik ben moe en rij rustig naar beneden. Zoals een van de vorige dagen al gezegd, is de afdaling van de Glandon vrij technisch en snel en aangezien ik moe ben, wil ik het voorzichtig houden door rustig te dalen. We komen terug samen in Saint-Etienne-de-Cuines en rijden dan gegroepeerd naar Saint-Jean tot de Pit blijkbaar nog eens wil laten zien dat hij toch niet echt leeg zit en het tempo optrekt. Johan en ik passen en laten hem rijden met de Warre en de Jokke. Hier heb ik geen zin meer in. Uiteindelijk wachten de koplopers en rijden we samen naar het hotel. Na een lange dag van meer dan 9 uur op de fiets hebben we een straffe rit gereden. 179km met 4805 hoogtemeters over vier zware cols. En of we daar fier op zijn! Benieuwd of we in clubverband deze rit tijdens een Nissorap-reis nog ooit gaan evenaren, laat staan verbeteren! Na een verkwikkende douche, vullen we de tank bij het diner en gaan we daarna weer de waterhuishouding op peil brengen bij den Anthony! - Raf -
|
||
Lees je graag verder, lees dan ook het verslag van de 6de fietsdag |